Nederlanders zijn bereid om tussen de 30 en 40 euro per huishouden per jaar bij te dragen aan het bereiken van de goede milieutoestand in de Noordzee. Dat blijkt uit de resultaten van een afstudeeronderzoek bij Rijkswaterstaat.
In mei 2022 is een enquête uitgevoerd onder 400 respondenten om inzicht te krijgen in onder meer de beleving van de Noordzee en de kennis van de problemen die er spelen. Hieruit blijkt dat Nederlanders zeer betrokken zijn bij de Noordzee, er redelijk veel kennis over (denken te) hebben, en zich zorgen maken om de milieutoestand.
Nederlanders gaan vaak naar de Nederlandse kust. Zo heeft meer dan de helft van de respondenten het gebied de afgelopen twaalf maanden bezocht én is de helft van plan het gebied in de komende twaalf maanden te bezoeken. Er wordt veel belang gehecht aan verschillende culturele ecosysteemdiensten, zoals genieten van het landschap, het Noordzeegebied als leefomgeving voor verschillende planten en dieren, en de positieve invloed die flora en fauna op het landschap hebben. Ook geeft bijna twee derde van de Nederlandse respondenten aan dat ze (zeer) tevreden zijn met de natuurkwaliteit en meer dan de helft heeft het gevoel dat hun stressniveau verlaagt wanneer ze het Noordzeegebied bezoeken.
Desalniettemin worden door respondenten ook negatieve invloeden ervaren in het Noordzeegebied. Zwerfvuil op zee, troebel zeewater en het uitzicht op windmolenparken worden genoemd als negatieve aspecten in het Noordzeegebied.
Een meerderheid van de respondenten geeft aan een beetje tot vrij veel van de huidige milieutoestand van de Noordzee te weten. Zo zijn de meesten bekend met zwerfvuil op zee als milieuprobleem. Ook het risico dat windmolenparken met zich meebrengen voor vogels, en de verstoring van de Noordzeenatuur door visserij, is bij de meerderheid bekend. Toch zijn de respondenten niet op de hoogte van alle milieuproblemen: zo heeft slechts een beperkt aantal respondenten gehoord over de problemen met onderwatergeluid. Er blijkt een verband te bestaan tussen de mate van bekendheid met milieuproblemen en het draagvlak voor maatregelen om de betreffende problemen tegen te gaan. Respondenten vinden dat met de maatregelen het meest moet worden gefocust op zwerfvuil. Onderwatergeluid wordt als veel minder belangrijk gezien.
Wanneer gekeken wordt naar de bereidheid om financieel bij te dragen aan het bereiken van de goede milieutoestand in de Noordzee, blijken respondenten bereid te zijn om tussen de 30 en 40 euro per huishouden per jaar bij te dragen. In soortgelijk onderzoek dat is gedaan in Finland en Duitsland, ligt dit bedrag hoger. Dit kan te maken hebben met het verschil tussen de milieuproblemen waar in deze buitenlandse studies op is gefocust (eutrofiëring) en deze Nederlandse studie (o.a. onderwatergeluid). Eutrofiëring heeft een tastbaarder en directer effect op recreatieactiviteiten, terwijl de effecten van onderwatergeluid relatief abstract blijven. De belangrijkste redenen die respondenten noemden om financieel te willen bijdragen aan de goede milieutoestand van de Noordzee, is dat ze een gezonde zee willen waarborgen voor toekomstige generaties en dat het bestaan van een gezond ecosysteem belangrijk is. Er is echter ook een grote groep die niet wil bijdragen in de kosten voor het realiseren van een goede milieutoestand. Belangrijke redenen hiervoor zijn dat zij vinden dat degenen die de Noordzee het meest vervuilen, voor de kosten moeten opdraaien (het polluter pays principe), en dat de financiering van de overheid moet komen en niet van individuele bijdragen.
Het onderzoeksverslag kan hier worden gedownload. Informatie: Rijkswaterstaat, Rob van der Veeren (