De 264 bedrijven binnen de Nederlandse industrie die vallen onder het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) zijn sinds 2018 nauwelijks duurzamer gaan produceren, dat blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). In 2021 zat de Nederlandse industrie 13,8% af van de Europese benchmark, in 2018 was dat 14,9%. Volgens de NEa doet de Nederlandse industrie het gemiddeld genomen niet slechter dan de industrie in andere Europese landen, maar afgezet tegen de eigen nationale klimaatdoelen en de wens tot de top van Europa te behoren is er nog veel werk aan de winkel.
Europese benchmarks
De grootste CO2 uitstoters binnen de Nederlandse industrie moeten verplicht deelnemen aan het EU ETS. De NEa verzamelt en rapporteert als nationale autoriteit van al deze bedrijven jaarlijks de CO2-uitstoot. Hoe CO2-efficiënt een bedrijf produceert, wordt bepaald door vast te stellen hoeveel CO2 er wordt uitgestoten bij de productie van een vaste hoeveelheid product. Bijvoorbeeld staal, papier of glas. Binnen het EU ETS worden zogeheten benchmarks vastgesteld voor de CO2 intensieve producten. De benchmarks zijn gebaseerd op de 10% meest CO2-efficiënt producerende bedrijven in Europa. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar alle bedrijven in Europa binnen het EU ETS die staal produceren en hoeveel CO2 zij uitstoten per ton staal. De gemiddelde efficiëntie van de 10% schoonste staalproducenten is dan de basis voor de nieuwe benchmark voor staal.
In 2021 zijn de huidige benchmarks ingevoerd in het EU ETS op basis van gegevens die zijn aangeleverd in 2018. Sindsdien moeten bedrijven elk jaar productiegegevens aanleveren waarmee de CO2-efficiëntie kan worden bepaald. Dankzij die gegevens kan onderzocht worden wat de ontwikkeling is van de Nederlandse industrie ten opzichte van de benchmarks.
6,1 miljoen ton CO2-winst te behalen
Als de Nederlandse industrie zou presteren op het niveau van de benchmark zou er 6,1 miljoen ton (Mton) CO2 minder uitgestoten kunnen worden bij gelijke productie. 6,1 Mton CO2 is bijna 15% van de totale uitstoot van de grote industrie. De sectoren waar de meeste CO2 wordt uitgestoten ten opzichte van de benchmark zijn de olieraffinage, chemische industrie en metaalsector.
Spreiding tussen sectoren
De prestatie van sectoren ten opzichte van de benchmark verschilt. De sector winning van aardolie en aardgas zit al 4 jaar stabiel op zo’n 25% afstand van de benchmark, maar de totale CO2-uitstoot van die sector is niet heel hoog. De metaalsector en chemische industrie zitten relatief dichter bij de benchmark maar veroorzaken ook veel meer CO2-uitstoot, waardoor de impact van verduurzaming in die sectoren groter zal zijn.
Grootste uitstoters
De 10 grootste industriële uitstoters zijn samen verantwoordelijk voor meer dan 4,8 Mton van de in totaal 6,1 Mton CO2 die de industrie meer uitstoot ten opzichte van de Europese benchmarkwaardes.
Volgens de NEa zal de gehele industrie zal moeten verduurzamen maar bij de grootste uitstoters ligt ook de grootste potentie. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft eerder al aangekondigd maatwerkafspraken te willen maken met de grootste industriële uitstoters om te innoveren en verduurzamen. Deze rapportage laat zien dat hier ook de meeste winst te behalen is. De NEa actualiseert deze rapportage jaarlijks zodat ze kan monitoren wat het uiteindelijke effect is van deze maatwerkafspraken op de CO2-efficiëntie van deze bedrijven.
Klik hier om de factsheet CO2-efficiëntie 2021 te downloaden.
Nadere informatie: zie de NEa-website.